dinsdag 8 juli 2014

Mens en samenleving - Paul Verhaeghe

Lezing Paul Verhaeghe

Ik las eerst de lezing over 'Inleveren voor of tegen het neoliberalisme' door Paul Verhaeghe.
Na het lezen van zijn uiteenzetting koos ik drie citaten om mijn eigen mening te vormen.



Eerste citaat:

''Dit is het tweede punt van mijn probleemanalyse, het neoliberalisme als ramp op
maatschappelijk vlak. Dit is wetenschappelijk zeer overtuigend aangetoond. Op
dertig jaar tijd zijn de inkomensverschillen in bijvoorbeeld Groot-Brittannië
spectaculair gestegen, zo spectaculair dat de middenklasse ginder aan het
verdwijnen is. Sociologisch onderzoek van Wilkinson en Pickett toont aan dat er een
perfecte correlatie bestaat tussen de omvang van inkomensverschillen enerzijds en
zo ongeveer alle belangrijke gezondheidsparameters anderzijds. Kort samengevat:
hoe groter de inkomensverschillen in een regio, des te meer mentale stoornissen,
tienerzwangerschappen, kindersterfte, agressie, criminaliteit, drugsgebruik en pillen;
des te lager de gemiddelde levensverwachting, lichamelijke gezondheid,
onderwijsresultaten, sociale mobiliteit en ruimer, de gevoelens van veiligheid en
geluk. Bovendien – en dit zal voor veel mensen zeer verrassend zijn – bovendien
gelden deze resultaten voor alle lagen van de bevolking, en blijven ze niet beperkt tot
de laagste sociale klassen. Voor wie mocht denken dat een dergelijke desastreuze
maatschappelijke evolutie niets te maken heeft met inkomensverschillen en veeleer
een gevolg zijn van de teloorgang van religie en een tekort aan blauw op straat, die
verwijs ik naar de cijfers van het meest religieuze en meest politionele westerse land,
met name de Verenigde Staten. Eén blik op hun statistieken moet volstaan om
verlost te worden van het idee dat we hun voorbeeld moeten volgen. En toch blijven
we gebiologeerd kijken in de lichtbak die alles daarbuiten in duisternis hult.''

Mijn mening:

Het is volgens mijn inderdaad zo dat de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. Ook in België kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat de rijken steeds rijker worden en de armen steeds armer. De groep armen, of beter gezegd mensen die het met een beperkt inkomen moeten stellen neemt steeds toe.
Of deze evolutie een negatief effect heeft op de criminaliteitscijfers is mij niet volledig duidelijk. Wel valt het op de in onze beschaafde westerse wereld er nog steeds heel wat criminaliteit aanwezig is.


Tweede citaat:

"Het neoliberalisme is ronduit gevaarlijk op psychologisch vlak. Hier heb ik als
psychoanalyticus recht van spreken, dit is mijn vakgebied. Het is gevaarlijk omdat dit
systeem het slechtste in de mens naar boven haalt en het beste onderdrukt. Dit
gebeurde vooreerst op de werkvloer, maar ondertussen ook ten volle binnen ons
onderwijs, waardoor het zelfs de nieuwe identiteit bepaalt.
De financiële gevechten tussen de euro-landen illustreren wat een neoliberale
meritocratie met mensen doet. Solidariteit wordt een kostbare luxe en moet de plaats
ruimen voor steeds tijdelijke coalities met als voornaamste zorg dat men er meer
winst uit haalt dan de anderen. Diepgaande sociale banden met collega’s zijn
daardoor nagenoeg uitgesloten, een emotionele betrokkenheid bij het werk zelf is er
nog nauwelijks en al helemaal niet meer bij het bedrijf of de organisatie. Pesten was
vroeger een probleem op de scholen, nu is het volop aanwezig op de werkvloer, als
een typisch symptoom van onmacht, waarbij de frustraties afgereageerd worden op
de zwaksten. Onderhuids leeft er angst, van faalangst tot ruimere sociale angst voor
die al te bedreigende ander."

Mijn mening:

Het is in onze maatschappij zo dat prestatie en winst voorop staan. Het sociale en solidariteit zijn soms ver te zoeken. Hoewel bepaalde, meestal gecommercialiseerde, solidariteitsacties toch recordbedragen opbrengen.
Op de werkvloer is het zo, mede door het economisch klimaat dat er een concurrentiedrang is tussen werknemers. Volgens mij zijn mensen bang om hun job te verliezen en ze proberen daarom steeds beter te zijn dan hun collega’s. Dit zorgt voor een hoge dosis stress.
De zwakkeren worden dan soms gepest is deze door prestatiedrang gedirigeerde omgeving.

Derde citaat: 

"Het doel heet dan zelfmanagement en ondernemerschap: jongeren moeten
zichzelf beschouwen als een bedrijf, waarbij kennis en vaardigheden in eerste en
laatste instantie een economisch belang hebben waarmee zij hun marktwaarde
kunnen verhogen. Daarmee heeft het competentie-onderwijs uitdrukkelijk het
ideologisch gedachtengoed van het neoliberalisme geïmplementeerd in de scholing
van onze kinderen. We hoeven dan ook niet verwonderd te zijn als hun eerste vraag
luidt: wat brengt het op? Voor mij? Dit is het logische resultaat van dit onderwijs, en
achteraf gaan zeuren over het egoïsme en materialisme van de jeugd is op zijn
zachtst uitgedrukt hypocriet. We moeten dringend dit onderwijs en ruimer, de
bijbehorende pedagogiek herdenken."

Mijn mening: 

Het is mijn ervaring dat jongeren, adolescenten in de eerste plaats vertrekken van uit het gedachtengoed, wat brengt het mij op. Voor wat hoort wat.
Eens zomaar iets doen, zonder dat er iets aan vast hangt is voor velen moeilijk.
Het is inderdaad zo dat jongeren opgeleid worden om een bepaalde job te kunnen uitoefenen. Ik stel me de vraag of dit inderdaad zo slecht is. Uiteindelijk is het die job die hen later een inkomen en dus ook een mooi leven weg van de armoede kan bezorgen.
Misschien kan de manier waarop dit in het onderwijs aangepakt en bereikt wordt verbeterd worden, maar de jobmarkt, alsook de maatschappij in het algemeen zijn zaken die voortdurend evolueren en zo moet ook het onderwijs mee evolueren met de maatschappij.

Vierde citaat:

" Ons onderwijs speelt hierin een centrale rol. Niet eens zo lang geleden werd onderwijs vooral gewaardeerd omwille van zijn maatschappelijke relevantie. De bedoeling was kritische hoogopgeleide burgers af te leveren die via hun persoonlijke ontwikkeling ook konden bijdragen tot een betere maatschappij. Een dergelijk idee klinkt vandaag ongelooflijk wollig en het woord burgers roept bij mensen onder de dertig alleen nog McDonalds op. universiteiten, dat zijn toch kennisbedrijven die competenties moeten ontwikkelen bij hun studenten zodat ze regelrecht het bedrijfsleven kunnen instappen? Ten einde dit te bevorderen deden een aantal prominenten in de loop van het crisisjaar 2011 heel concrete voorstellen: verhoog het inschrijvingsgeld voor alle opleidingen die niet aansluiten bij het bedrijfsleven, verlaag het voor alles wat wel rendeert; wie hardleers is en toch kiest voor een niet-rendabele opleiding, die moet bestraft worden met een kortere of zelfs helemaal geen uitkeringsgerechtigde periode. Als klap op de vuurpijl kwam het voorstel om kleuters te screenen op hun vaardigheden, zodat ze meteen de juiste economische richting kunnen uitgestuurd worden. De Vlaamse schrijver Marc Reugebrink kaartte die ideeën nog eens aan in een kritisch artikel met als ironische publicatiedatum de feestdag van de onnozele kinderen (De Standaard, 28 december 2011). De week daarop werd hij door een redacteur wetenschap van diezelfde krant de les gespeld: geesteswetenschappen dragen niks bij, menswetenschappers zouden beter Darwin lezen en met het neoliberalisme is er niets mis."

Mijn mening: 

Ik ben van mening dat er een gezonde mix moet zijn van mensen en ook van competenties. We kunnen moeilijk gaan verplichtten een bepaalde job te gaan uitvoeren terwijl die eigenlijk niet bij hun interesses aansluiten. Een mens moet zich nog steeds goed voelen bij wat hij doet.
Het idee om kleuters te screenen en hen al van zo jong een bepaalde richting in te sturen lijkt mij helemaal van de pot gerukt.
Kinderen zijn nog in volle ontwikkeling en moet de kans krijgen zich te ontwikkelen zoals zij dat willen, zonder al te veel in een bepaalde richting gestuurd te worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten